Land van oorsprong: Italië
FCI standaardnummer: 201
De naam
De ‘Cane Pastore Maremmano-Abruzzese’, kortweg Maremma, is een herdershond afkomstig uit Italië. In de naam van het ras staan de streken vermeld, waar het ras vandaan komt. De Maremma is een moerasachtig gebied ten noorden van Rome; het is het meest zuidelijke gedeelte van Toscane. Abruzzo is de bergachtige streek ten oosten van Rome. Hij valt weliswaar onder de herdershonden, maar wordt ook nu nog gefokt en gebruikt om schaapskuddes te beschermen. Van de kreten ‘berghond’, ‘sheepdog’ of in het Duits ’Herderschutzhund’ komt wellicht het Engels nog het dichtste bij de in de volksmond gebezigde term ’cane da pecora’, hond van de schapen.
Oorsprong
Er wordt gezegd, dat het ras reeds 2000 jaar oud is en van oorsprong uit Azië komt. Er zijn verschillende meningen over hoe de hond van Azië naar Europa is gekomen. Waarschijnlijk is het ras meegekomen met herders, toen die vanuit het oosten naar het westen trokken.
Hoewel er in de tweede eeuw voor Christus al van een ‘Canis Pastoralis o Pequaris’ sprake is in het boek van Marco Porzio Catone (234 AD), wordt de eerste beschrijving van de Maremma toegekend aan Marco Terenzio Varrone (116-26 AD), die in 37 AD in zijn boek ‘de Rerum Rusticarum’ een ‘canis pastoralis’ beschrijft; een witte, grote hond met zwarte neus en lippen, die het vee beschermt tegen roofdieren. Ze dragen ‘melli’, grote leren halsbanden voorzien van uitstekende nagels, die ervoor moeten zorgen, dat de hals van de hond beschermd is tegen beten van wolven. Later worden deze banden van ijzer, zogenaamde ‘vreccale’.
Een eeuw later schrijft Lucio Columella, van oorsprong een Spanjaard een boek ‘de Re Rustica’ en beschrijft onder andere de ‘Canis Pastoralis’, die vooral wit van kleur moet zijn, zodat de herder zijn hond en de wolf goed uit elkaar kan houden. In het verder verloop van de geschiedenis komen we op schilderijen, doeken en gravures honden tegen die verdacht veel lijken op wat we tegenwoordig een Maremmano-Abruzzese noemen.
Ontstaan Cane da Pastore Maremmano-Abruzzese
Al in 1922 werd er in Genua een vereniging opgericht voor de Italiaanse herdershond. Deze club was evenwel geen lang leven beschoren. In 1924 werd de eerste, zeer beknopte standaard opgesteld voor de ‘herdershond Maremmano ook genoemd Abruzzese’.
In 1938 worden door Prof. Solara de verschillen beschreven tussen het type Maremmano en het type Abruzzese: de Maremmano is kleiner, heeft een minder dichte vacht, heeft een minder dikke kraag, hoeft niet per se totaal wit te zijn en mag bruine i.p.v. zwarte oogranden hebben. In 1950 wordt door Prof. Pischedda een vereniging ‘Il Circolo del pastore Abruzzese’ opgericht. Hij is van mening dat er een fundamenteel verschil bestaat tussen de Maremmano en de Abruzzese: de Maremmano is lupoïde, de Abruzzese is molossoïde.
In 1953 wordt er een club voor de Maremmano opgericht. Zij doen het voorstel beide rassen/types tot één ras te vormen. Na het nodige geharrewar wordt uiteindelijk een standaard opgesteld, die op 1 januari 1958 van kracht wordt, in 1989 wordt bijgewerkt en in 2016 wederom wordt aangepast.
Bij tijd en wijle zijn er stemmen die het ras in groep 2, bij de Molossers willen indelen, maar tot nu toe is dat nooit wat geworden.
Types
De samenvoeging van de twee verschillende rassen/variëteiten/types is nog lang te zien geweest. Grofweg werden/worden er twee types te herkennen: de Maremmano, ook wel showhond/familiehond en de Abruzzese, meer ‘echte’ werkhond. De hierboven beschreven verschillen tussen beide types gelden hierbij nog steeds. De Abruzzese wordt gezien als meer rustiek, grover, meer neigend naar het molossoïde type, volgens sommigen het ‘echte’ werkhonden type. De Maremmano is verfijnder, meer neigend naar het lupoïde type en minder werkhond, maar meer gebruikt voor de bewaking van huizen en villa’s.
Hoewel er ook heden ten dage nog steeds herders zijn die de honden uitsluitend fokken en gebruiken als werkhond, wordt het overgrote deel van de honden gefokt als familie- gezinshond, waarbij verschil in type meer veroorzaakt wordt doordat het feit, dat er veel verschillen bestaan tussen individuele exemplaren.
Uiterlijk (zie ook rasstandaard):
De Maremma heeft een majestueus en gedistingeerd uiterlijk; een imponerend hoofd dat moet lijken op een berenhoofd, stevige kaken met een bij voorkeur scharend gebit, kleine, amandelvormige donkere ogen; rechte neusbrug met zwarte neusspiegel; kleine V-vormige hangende oren; witte vacht, die dicht tegen het lijf aanligt.
De schofthoogte is voor reuen 67 – 73.5 cm met een gewicht van 40 – 52 kg. Voor teven is dit 62 – 70 cm met een gewicht van 35 – 45 kg. Voor beide geldt een tolerantie van 2 cm.
De Maremma is een sterke gespierde hond. Behendigheid is een typisch kenmerk van dit ras. Dankzij zijn dikke vacht is het een ras, dat goed tegen de kou bestand is. Van oudsher is het ras gewend in de openlucht te slapen, ook ’s winters. Gewend aan de enorme vrije ruimte bij de trekkende kudden, dient hij toch minimaal een tuin ter beschikking te hebben.
Aard en karakter
Zijn aard is kalm en goedmoedig, bedachtzaam, maar fel tegen vijanden van zijn kudde. Hij is een goede waker over huis en bewoners, aanhankelijk voor de baas.
Het ras is van nature gefokt en gebruikt als kuddebewaker. De honden moeten hun werk bij de kudden geheel zelfstandig doen, want de herder is meestal niet zelf aanwezig. Dit verklaart, waarom de Maremma niet gehoorzaam is in de gebruikelijke zin van het woord. Dit leven in eenzaamheid, met veel verantwoordelijkheid, heeft een ras ontwikkeld met een aantal specifieke karaktereigenschappen die afwijken van andere rassen. Voor het bewaken wordt de Maremma dus niet door mensen getraind, hij leert het van zijn volwassen roedelgenoten, die veel meer in dit vak thuis zijn dan de mensen. De mens kan hem met veel geduld wel de nodige commando’s aanleren, maar hij zal nooit de slaafse gehoorzaamheid tonen, zoals bij andere rassen wel gezien wordt. Door dit zelfstandige karakter is hij afstandelijk ten opzichte van vreemden.
Een en ander betekent echter niet, dat hij geen leiding nodig. Juist wel, want ook bij de kudden waar ze vrijwel altijd in roedelverband werken, is er altijd een Alpha-hond die duidelijk de leiding heeft. Als u als mens die taak van de Alpha op de juiste manier over kunt nemen, dan zal de Maremma zich bij u thuis voelen, want hij heeft respect voor goed leiderschap. Kunt u dit niet, dan zal de hond zelf de leiding overnemen en bepaalt hij de regels in zijn roedel d.w.z. in uw gezin!
Wanneer u dus een gezeglijke en onderdanige hond zoekt, moet u niet voor dit ras kiezen.
Echter wanneer u in staat bent en het geduld kunt opbrengen om hem goed en evenwichtig leiderschap te bieden, zult u in de Maremmano-Abruzzese een heel fijne vriend vinden.
Verspreiding
Uiteraard komt de Maremma het meeste voor in Italië. Zoals gezegd worden ze daar nog steeds gebruikt en gefokt voor het beschermen van de schapen, zeker met de ‘terugkeer’ van de wolf in diverse gebieden. Na een hoogtepunt van 3800 ingeschreven pups in 1990, viel het aantal redelijk snel terug tot rond de 600-700 pups. De afgelopen jaren is er weer een lichte stijging te zien tot rond de 1000 pups in 2015.
Buiten Italië is in sommige landen een redelijke populatie opgebouwd. Met name in Amerika, hoewel de Maremma niet door de AKC erkend is – en de Amerikaanse Maremmaclub wil dat graag zo houden -, en Australië wordt de Maremma vooral ingezet als werkhond. De laatste jaren is Rusland erg in opkomst. Het aantal in Nederland blijft al jaren hangen rond de 100 exemplaren.
Meer weten over de Berghond van de Maremmen → Archief