Land van oorsprong: Rusland
FCI Standaard nummer: 328
Oorsprong en gebruik
De Kaukasisiche Ovcharka is van de drie variteiten binnen de Ovcharka de grootste en meest massieve. Het woord Ovcharka betekent in het Russisch “herdershond”. Nu moet u bij het woord herdershond niet denken zoals de meeste Europeanen; deze vorm van herdershond is geen hoeder maar een waak- en verdedigingshond. Het ontstaan van de Kaukasische Ovcharka ligt waarschijnlijk in Tibet. En vanuit Tibet zijn de honden met nomaden naar hun tegenwoordige land van herkomst -Rusland- vervoerd. In Rusland hebben deze honden hun ware aard kunnen ontwikkelen en wel als hoeder en bewaker van de kudden. De kudden moesten beschermd worden tegen wolven, beren en mensen die de kudde schade wilden toebrengen. De hond moest dit samen met andere honden doen, zonder inmenging van de herder want de herder bracht zijn kudde en de honden naar de weide en liet de honden alleen met de kudde gedurende ongeveer een half jaar. Om de kudde tegen gevaren te beschermen moesten de honden bovenal moedig en betrouwbaar zijn en in staat zijn zichzelf en de kudde in leven te houden.
In het verleden was het zeer moeilijk om een Kaukasische Ovcharka te bemachtigen; gezien de leefomstandigheden van de honden werden zij nooit erg oud en behield de herder de pups zelf. Buiten de herders waren het slechts de staatskennels die de honden konden fokken. Gezien de economische situatie van Rusland in het verleden en op dit moment is het onderhoud van een dergelijke grote hond erg kostbaar. Heden ten dage zijn liefhebbers van dit ras bezig om het ras weer te laten floreren. Momenteel zijn er ongeveer een 200-tal honden van dit ras in Nederland te vinden.
Karakter
Van de Ovcharka soorten is de Kaukaas degene bij wie de eventuele toekomstige eigenaar het meest rekening moet houden met zijn karakter. Aangezien deze honden het vele jaren “op eigen houtje” moesten redden hebben zij een zeer sterke zelfstandigheid ontwikkeld, die bij het tonen van enige zwakte van de baas direkt de overhand krijgt. Deze honden hebben een baas nodig met een grote stabiliteit en sterk karakter. Buiten deze eigenschappen van de baas moet deze er ook rekening mee houden dat de honden een goede opvoeding en socialisatie nodig hebben, waarbij de socialisatie voortdurend onderhouden moet worden.
Standaard
Algemeen: De Kaukasisiche Ovcharka heeft een lichaam dat 8-10 % langer is dan de schofthoogte, waarbij de lengte wordt gemeten van het uiterste puntje van de staartinplant tot aan de schouders. Het haar is lang van struktuur met een dikke wollige ondervacht. De hond moet duidelijke mannelijkheid of vrouwelijkheid uitstralen al naar gelang de sexe van de hond. De schofthoogte van de reu moet minimaal 65 cm zijn en van de teef minimaal 62 cm. Een maximale hoogte is niet gegeven maar er dient wel op gelet te worden dat de hoogte in verhouding is. De borst is vrij diep met een lichte welving, reikend tot iets onder of tot aan de ellebogen. De buik moet iets opgetrokken zijn waarbij de rug recht, breed en vlak blijft. Zowel de voor- als achterbenen zijn voorzien van zwaar bone, waarbij zij goed gehoekt en krachtig moeten blijven. De hals is krachtig en sterk doch gezien de lichaamslengte eerder kort dan lang te noemen en matig hoog aangezet.
Kleur: alle kleurschakeringen worden gezien bij de Kaukaas. De enige echte fout is een ondervacht die dezelfde kleur heeft als de bovenbeharing.
Hoofd en schedel: massief, met zware jukbeenderen en een breed en vlak voorhoofd voorzien van een duidelijke schedelgroef. De stop is licht en de snuit en schedel zijn bijna even lang waarbij de voorsnuit naar de neuspunt toe iets vermalt. De neuspunt is groot en breed en meestal zwart (bij lichte en witte honden bruin). De lippen zijn dik en goed aangesloten. De tanden zijn wit, goed ontwikkeld en dicht op elkaar geplaatst. Het gebit is scharend. De ogen zijn ovaal, diepliggend en donker van kleur. In de landen van herkomst worden de oren vlak na de geboorte zeer kort gecoupeerd. In Nederland is couperen verboden. De oren zijn hoog aangezet en hangend, driehoekig van vorm.
Staart: hoog aangezet en neerwaarts hangend tot aan het spronggewricht waarbij het puntje van de staart gebogen is.
Voeten: zowel de voor- als achtervoeten zijn groot en ovaal en licht gewelfd.
Beharing: rechte grove beharing met zeer goed ontwikkelde ondervacht (ook wel onderwol genoemd) die een lichtere onderkleur moet vertonen dan het dekhaar. Op het hoofd en de voorkant van de poten zijn de haren korter en liggen vlakker aan.
Gebruik
Bovenal als werkhond en waakhond, waarbij specifiek de bewaking van grote terreinen, en gezinshond.
Aktiviteit
De Kaukasisiche Ovcharka heeft zeer veel lichaamsbeweging nodig en een groot terrein om te bewaken. Geef deze honden ten alle tijde “iets” om te bewaken anders gaat de hond zelf op zoek naar iets om te bewaken zoals bijvoorbeeld de voerbak, waarbij er dan aan gedacht moet worden dat alleen de baas er nog aan mag komen. En wee de buitenstaander die dit probeert.
Aard:
– intelligent
– moedig
– leergierig
– trouwe, onomkoopbare bewaker
– zeer wantrouwend tegenover vreemden
– gemakkelijke aanpassing aan weersomstandigheden
– zeer geringe “will to please”
– buitengewoon zelfstandig
– zeer dominant (heeft een strakke en stabiele hand nodig)