Land van herkomst: Hongarije
FCI Standaard nummer: 238
Oorsprong en gebruik
Het zijn vooral de Magyaren geweest die –in hun nomaden bestaan- voor de verspreiding van allerlei werkhonden door Europa hebben gezorgd.
De kruisingen door de jaren heen, vormen de grondslag voor de inmiddels bekende rassen en hun varianten. Waarbij de grote honden speciaal werden gefokt om de herder en zijn rondtrekkende kudde te beschermen en te verdedigen, terwijl de kleinere honden werden gebruikt voor het hoed- en “alarmwerk”.
Omdat de wolven hoofdzakelijk ‘s nachts aanvielen, ging de voorkeur voor de verdedigingshonden uit naar honden met licht gekleurde vachten, zodat de herder zijn hond van de wolven kon onderscheiden. Voor de kleinere honden was de kleur minder belangrijk omdat het niet de bedoeling was dat zij zich met het verdedigingswerk gingen bemoeien. Al snel bleek echter dat de Mudi het gevecht niet uit de weg ging, al was zijn prooi wel iets kleiner dan de wolf, toch heeft hij menig knaagdier en klein roofwild buitenspel gezet of gedood. Door zijn oneindige durf en moed werd hij ook ingezet bij de jacht op wilde zwijnen.
De Mudi (meervoud Mudik) is één van de drie kleine Hongaarse herdershonden (de Pumi, Mudi en de Puli ). De Mudi is waarschijnlijk de oudste van de Hongaarse herdershonden. De Mudi is een werkhond, een boerenhond, nog meer dan de Pumi of de Puli.
De Mudi is multifunctioneel; hij drijft de kudde, bewaakt het huis en is buitengewoon goed in het verdelgen van klein ongedierte.
Hij is een expert met moeilijk vee en heeft ook bewezen een goede speurhond te zijn.
Karakter
Heel zijn uiterlijk straalt levenslust uit, hij is energiek, levendig en zeker niet bang. Hij haat het om werkeloos bij de kachel te moeten liggen.
Van nature heeft de Mudi een behoorlijke intelligentie en aanleg om iets te leren. De Mudi is daarom uitermate geschikt voor de hondensport, reddingshondenwerk, maar ook als huishond voldoet hij uitstekend.
Omdat de Mudi oorspronkelijk als waker diende en samen met zijn baas bij de boerderij verbleef, zijn ze terughoudend naar onbekenden, ook naar honden die niet tot de roedel behoren. Ze zijn zeer aanhankelijk aan de baas. Het is dan ook zeer belangrijk dat een Mudi pup goed gesocialiseerd wordt. Niet alleen als pup, maar gedurende zijn hele leven. Dit om te voorkomen dat ze overmatig beschermend, verlegen, angstig en/of agressief naar andere honden worden.
Tevens moet men zich realiseren dat een Mudi geboren is om alarm te slaan en dus blaft naar alles en iedereen. Men kan dit blaffen wel enigszins in goede banen leiden, maar een Mudi blijft zijn eigenschap behouden. In een woonwijk kan dat voor overlast zorgen. Op de hondenschool wordt het vele blaffen niet altijd gewaardeerd, dit terwijl juist die waarschuwende blaf een van de typische raskenmerken is.
Dit blaffen kan je wel enigszins beperken door het met beleid te corrigeren, corrigeer nooit met harde hand, dit maakt de Mudi onzeker.
Belangrijk is dat men hiermee rekening houdt.
Een Mudi zal u gedurende de dag overal volgen; het is immers zijn werk om er te zijn in het geval dat u hem nodig hebt.
De meeste Mudi’s leven in Hongarije en in Finland. In Finland en de Verenigde Staten worden Mudi’s ingezet bij reddingswerk. In ons land en België zijn ze niet minder bekend, hierdoor wordt het ras ook niet goed begrepen.
Standaard
Van de Hongaarse Herdershonden is de Mudi de kortste van vacht. Op het hoofd kort glad haar, de voor- en achterbenen wat langer glad haar en de rest van het lichaam is het haar gegolfd of gekruld. De beharing is glanzend en mag beslist niet vervilten en is tussen de 3-7 cm lang en gemakkelijk te verzorgen. De kleur is zwart, wit, reekleur (van beige tot rood), asblauw, leverkleur (bruin), asbruin (verdund bruin/izabella) of cifra (merle) gepigmenteerde patronen van de hiervoor genoemde kleuren verdund door de merle-factor) . Hij heeft een lang hoofd met puntige snuit en nauwelijks stop. De oren zijn V-vormig, puntig en staand, de ogen ovaal, donker en enigszins schuin geplaatst. Het lichaam is gestrekt met goede hoekingen waardoor een soepel, ruim, snel en wendbaar gangwerk mogelijk is.
Soms worden Mudi’s geboren zonder staart of met een natuurlijke stompstaart. Dit wordt niet als fout beschouwd.
De maat is 35-47 cm met een gewicht van 8 tot 13 kg.
De Mudi draagt zijn oren gespitst en ofschoon dat geen garantie is voor beter horen, ontgaat de Mudi niets en dat zal hij u ook laten weten. Hij is waakzaam en alert en wil graag iets ondernemen. Kunnen we hem dat plezier doen dan zal hij uitstekend gezelschap blijken te zijn.
Website Hongaarse rasvereniging Magyar Mudi Egyesület: https://hungarianmudiassociation.weebly.com/